Vrolijke kleuren, feestjes en invallende winter - Reisverslag uit Kathmandu, Nepal van Laura Hulsbosch - WaarBenJij.nu Vrolijke kleuren, feestjes en invallende winter - Reisverslag uit Kathmandu, Nepal van Laura Hulsbosch - WaarBenJij.nu

Vrolijke kleuren, feestjes en invallende winter

Blijf op de hoogte en volg Laura

14 December 2014 | Nepal, Kathmandu

Maandagochtend speel ik wat met 4 meisjes uit de SUKG, ze hebben hun health boekje voor zich. Ik blader er doorheen, ze leren wat yoga is. Dan laten ze me zien wat het is, en raken, liggend op hun buik, met hun voeten hun hoofd aan. Ik moet het ook doen, ik kom niet zo ver. :) Er wordt thee voor ons beneden gebracht, ik blijf me verbazen. We zijn nog geen 5 minuten binnen en moeten al een pauze nemen om thee te drinken. Thee met heel veel suiker. Soms krijg ik zonder suiker, als ze er aan denken, wat steeds vaker gebeurt overigens. Als de kinderen aan het ontbijten zijn, gaan we naar boven. We besluiten verf te gaan kopen, want met de beetjes die er nog zijn, komen we niet ver. We vinden een goede verfwinkel. Ik heb niet genoeg geld meegenomen, dus ik laat Anne achter in de winkel, zodat ze alvast kunnen gaan mixen, terwijl ik het extra geld ga halen. Het was verder lopen dan ik had gedacht, dus ik verwacht 7 potjes verf klaar als ik terug kom. Niks is echter minder waar, ze zijn nog niet begonnen als ik terugkom in de winkel. Geen stroom, dus er kon niet gemixt worden. Ah, dat was ik even vergeten.... Anne heeft intussen honderduit zitten kletsen met Shila, de vrouw van de eigenaar (althans degene die onze verf mixt). Ze heeft ons al uitgenodigd voor het eten, en beloofd ons te bellen. Ze gaat dan momo's maken, lekker. (Het is nu overigens vrijwel een week later, en ze heeft niet gebeld, ik denk niet dat we nog momo's krijgen ;) ) Omdat lang stil zitten en wachten tot een ander wat gaat doen toch niet echt mijn ding is, ga ik de straat weer op, op zoek naar wit kartonpapier, om maskers van te kunnen maken voor de kinderen. Ik vraag bij veel winkels, ik vind 1 winkel die het heeft, maar nog maar een vel of 40, waarvan er zeker 10 beschadigd zijn. Voor 60 kinderen hebben we daar niet veel aan. Onderweg vind ik nog wel elastiekje, waarmee we de maskers aan hun oren kunnen binden en een klein kerstboompje met glitterballen. 

Als de kleuren gemixt zijn, 7 kleuren en 8 kwasten, vraag niet naar de logica, gaan we terug naar school. Daar schilderen we eerst vijf rondjes op de muur, wat smiley's moeten worden. Voor de foto doet Chooda ook een rondje. Hij nodigt ons uit om die middag naar een viering van iets van de Newari te komen, we zijn uitgenodigd door de vader Nishika, een meisje van school. 

Als de rondjes aan het drogen zijn, lopen we naar beneden om de muur in de overdekte speelruimte schoon te maken. Deze ruimte wordt vooral gebruikt als het regent en de kinderen niet buiten kunnen spelen. De verf is erg beschadigd, door de regen waarschijnlijk, dus in plaats van een regenboog, zon, gras, vlinders, wat het oorspronkelijke plan was, besluiten we een poging te wagen de hele muur te schilderen in alle kleuren die we hebben. Met al het afplakband dat we nog hebben, maken we 15 blokken op de muur (we wilden meer, maar ja, het afplakband was op, dus dan stel je de plannen dus bij). Dipak de security officer helpt graag een handje en pakt een kwast en de rode verf. Als we rood, blauw en groen er op hebben zitten, ruimen we op. Het is alweer tijd om naar huis te gaan en ons om te kleden voor het feest. 

In Patan, waar de viering is, rijden we door straatjes die niet bedoeld zijn voor auto's en waar motoren, zoals overal, aan de zijkanten van de straten staan opgesteld. Erg krap dus. De huizen zijn allemaal typische Newari huizen. Hoog, met houten luiken en deuren en balken die het dak ondersteunen. We rijden de verkeerde straat in en moeten achteruit, tussen de motoren en mensen die daar lopen door. Best knap, ik had zeker iemand of minstens een motor aangereden. We stappen uit en worden eerst een stukje rondgeleid. Op een pleintje zijn mannen met tandenborstels een reeks vergulde beeldjes van de Kumari godin schoon aan het maken. Dat doen ze 1x per jaar, voor deze viering. Het festival, of de viering, of wat het dan ook is, is ter ere van deze Kumari godin. Het is dit keer alleen niet de levende. Ik dacht dat Kumari betekende dat ze levend was, blijkbaar weer iets verkeerd begrepen! We lopen een stukje en gaan dan naar het huis van de ouders van Nishika. We worden een kamer ingelaten, waar we op de bank moeten gaan zitten, because you are our guests. Er staat ook een bed, het is iemands woon- en slaapkamer. Het ruikt er naar verschraald bier. Het is over het tapijt gegaan, voel ik aan mijn sokken. Wij moeten ook de lokale drank proeven. Eerst de rijstwijn, zelfgemaakt. Ik krijg een klein kopje en daar gaat een laag in. Ik neem een slokje, en mijn keel vliegt in de brand!! Dat is geen wijn, dat is whisky! O yes, yes, whisky, not wine, haha, 42% alcohol, haha!! Dat was echt pure alcohol, gatver!! Er wordt Dew bijgedaan, Nepaleze neongele Sprite. Het wordt er iets beter van, maar het is nog steeds niet te drinken. Dan moeten we het rijstbier proeven. Het wordt ook zelfgemaakt, en alleen voor speciale gelegenheden. Het ziet er niet uit als bier, en het smaakt er ook niet naar. Dit zou ik eerder rijstwijn noemen, eerlijk gezegd. Het was een soort limonade met alcohol. Nadat we in die kamer wat te eten hebben gehad (vega, ik ben hier echt vegetarisch, Chooda at een vis, een hele vis, met kop en ogen en graten en al, jag!!), werden we naar een andere kamer geleid, waar we nog meer te eten kregen. Dat was echt wel lekker eten. Chooda en Rajan hadden inmiddels nog wat meer alcohol gedronken en begonnen te dansen en te zingen. Ook ik moest er aan geloven en danste vrolijk mee. De overige aanwezigen zongen en klapten. Anne en Elli, een Duits meisje, gaven zich over en dansten ook mee voor de foto. Het was erg gezellig en ik heb erg gelachen. Toen iedereen klaar was met eten, stonden we op en gingen naar buiten. Op 1 van de pleinen was het volgestroomd met mensen. Het was als de kermis, maar dan zonder attracties. Overal hingen vlaggetjes, die mooi wapperden in het licht van de verspreidde lampen. Mensen keken naar jongens die van afstand een stapel blikken probeerden om te gooien in de hoop een glas bier te winnen. Twee mensen met maskers op hielden pauze van het dansen. Met name kinderen zaten klaar voor de show die daarop zou volgen. Na het dansen zou het slachten volgen, van een geit, een eend en een buffel. Van in ieder geval de eend zou vervolgens het bloed worden gedronken. Hoewel niet mijn favoriete schouwspel, wilde ik het graag meemaken. It starts in 10 minutes, okee, dan wachten we. Even later, yes, 10, 20 Nepali minutes, ofwel, dat kan alles tussen nu (7 uur) en middernacht zijn. We liepen verder in afwachting wanneer dat moment zou zijn. Bij een shrine kregen we munten in onze handen geduwd. Chooda gaf ons een tikka, ik gaf er 1 aan Chooda. De munten moesten we offeren. Twee meter verderop verkochten vrouwen boombladen gevuld met een soort potpourri dat smaakte naar iets heel erg zoets gecombineerd met anijs of munt. Het was echt heel erg vies, alledrie kregen we het niet weg. De jongens die stonden toe te kijken, lachten ons uit. Had ik ook gedaan als ik hun was :) We gingen weer een stukje verderop staan. We waren nog steeds aan het wachten. Dus gingen we weer lopen, een rondje door de wijk. We kwamen langs het pleintje waar eerder die dag de mannen met tandenborstels aan het schoonmaken waren. Voor elk hoofdje lag nu een stapeltje rijst, en er brandde een kampvuurtje. De oudste man van de wijk moest zijn plaats op de met hooi belegde plank nog innemen. Het offeren van de dieren bleek nog even op zich te laten wachten, dus we liepen terug naar het huis voor de bye, bye. Omdat ik vooraan liep, stak ik mijn hoofd om de deur, en zei bye, bye. Maar nee, dat was de bedoeling niet!! De schoenen moesten weer uit en we moesten plaatsnemen op de bank. Nepali culture is dat je dan nog 1 drankje neemt en nog meer eet. Ik heb het bij een laagje rijstbier gehouden. I don't really drink alcohol, was hier niet afdoende. Okay, okay, but only a little bit, kennen ze hier niet, ze geven gewoon hoeveel ze willen. Dat geldt overigens ook voor het eten. Het is denk ik een vorm van gastvrijheid. Er werden weer veel foto's gemaakt, Chooda had m lekker zitten. Daarna gingen we weer terug naar huis. De ouders van Nishika waren lieve mensen en erg blij dat we naar hun huis hebben willen komen. En dat terwijl ze ons niet eens kennen. Erg bijzonder. Hij ging helemaal glunderen toen ik zei dat hij een lieve dochter had, het was prachtig. Het is jammer dat we het offeren niet hebben kunnen zien en met ze hebben kunnen beleven, maar helaas, bij Madav moeten we toch echt rond 9 uur weer thuis zijn. Als ik het van te voren had geweten, had ik een hotel genomen, zodat ik de gehele viering mee kon maken. 

Dinsdagmiddag gaan we naar het gehandicapten centrum, wat ze development centre noemen. Er wonen 9 mensen permanent, de rest wordt geholpen met fysiotherapie, counseling (tegen depressie), hoe om te gaan met de rolstoel en hoe ze zichzelf kunnen redden en eventueel met scholing, zodat ze na verloop van tijd weer terug kunnen naar hun eigen leefomgeving en zichzelf, met hulp van de omgeving, kunnen redden. Ons wordt gezegd vooral wat rond te kijken en met mensen te praten, dat dat is waar ze het meest aan hebben. In het begin is het nog wat onwennig, ik ben het niet gewend om met gehandicapten om te gaan en gesprekjes met ze te beginnen. Ik weet niet of ze er op zitten te wachten of wat dan ook. Ik kom eerst ook niet echt veel verder dan hoe heet je, hoe oud ben je en hoe lang zit je hier al. Ik voel me echt wel een beetje stom. Kan ik echt niks beters verzinnen? De vrouw met wie ik aan het praten ben, spreekt maar weinig Engels, ze durft het ook niet zo goed. Er verzamelen zich meer vrouwen om ons heen. Omdat ik eerder die dag heb gehoord dat Laura in het Nepalees wandelstok betekent, zeg ik maar, yes my name is Laura, you know, like te stick. Hilariteit alom. Koma, de vrouw met artritis op de plank, vertaalt hier en daar wat. We hebben een gezellig praatje. Dat is alvast een begin. Ik loop een stukje verder naar een groepje jongens. Twee zitten in een rolstoel, één jongen ligt op zijn buik, ik denk dat hij geen benen meer heeft, op een een ziekenhuisbed. Ik praat tegen 1 van de jongens in de rolstoel, hij kan alleen niet echt praten, alleen geluiden maken. Hij zegt wel iets, dat is duidelijk, maar ik kan er geen chocola van maken. Ik weet niet hoe ik verder nog iets met hem kan doen. Hij heeft een boekje vast, ik vraag of ik er in mag kijken en hij geeft het me. Hij is dus genoeg bij de tijd om me te snappen, hij kan alleen niks aan mij duidelijk maken. Best triest. De jongen op het bed, blijkt wel een aardig woordje Engels te spreken. Hij lijkt alsof hij het niet erg kan waarderen dat we hier zijn, dus na een paar zinnen te hebben uitgewisseld, draai ik me om en ga weer naar binnen. We praten wat met Elli, het Duitse meisje van de avond ervoor, die hier ook niet veel meer doet dan wat met de mensen praten en ze van hier naar daar verplaatsen. Binnen zie ik Dolka zitten, een vrouw waarmee ik eerder die middag al heb kennisgemaakt. Ze heeft cerebral palsy, hersenverlamming. Hierdoor heeft ze zowel geestelijk als lichamelijk wat afwijkingen. Er zitten heel wat mensen met die aandoening. Plus een heel stel met SCI, spinal cord injury. Verder nog een paar geestelijk gehandicapten en nog een aantal andere afwijkingen. Maar Dolka, de vrouw, dat is blijkbaar mijn nieuwe vriendin. Ze vraagt me haar naar haar kamer te duwen. Deze deelt ze met 3 andere vrouwen. De bedden zijn vrij hoog en er zijn geen hulpmiddelen om erin te komen. Ze heeft een oud matras, en een rekje met wat kleren. Naast het bed staan wat flessen water. Ze vraagt om water en ik giet wat in haar mond. Ze spreekt niet makkelijk door haar afwijking, maar kent net genoeg Engels om mij duidelijk te maken dat ze twee zussen en en broer heeft. De zussen wonen allebei in het buitenland. Haar vader was not good en inmiddels dood. Haar moeder was ook not good, als ik het goed begrijp, maar ze lijkt toch erg van haar te houden. Haar moeder lijkt ook overleden te zijn, en als ik haar goed heb begrepen, hebben haar ouders niet goed voor haar gezorgd en is ze verstoten. Want zo gaat dat in Nepal. Mensen geloven dat als je geboren wordt met een handicap, dat een vloek van god, welke god dan ook, is, en dan wordt je verstoten. Gehandicapt raken door een ongeval is dan weer geen probleem, dan ben je nog okee. Ze heeft het een tijdje over een modem, waarvan ik al denk dat dat het niet kan zijn, maar ik kan er niks beters van maken. Dan hoor ik dat ze Lukla zegt, ah, duidelijk, ze komt uit Lukla, uit de mountains (niet modem, duh), en is een Sherpa. Ik leer haar wat kast is in het Engels, we oefenen alle woorden die ze vanuit haar positie kan zien en gaan over op de kleuren. We kunnen in de kamer niks geels vinden, dus gaan weer naar buiten op zoeken naar gele dingen. We komen langs Krishna, die een gele bouwvakkershelm op heeft. Aan de helm zit een pen gemonteerd, waarmee hij de iPad bedient die aan zijn rolstoel is gemonteerd. Krishna speelt Candy Crush. Hij lijkt vanaf zijn nek naar beneden verlamd te zijn. Hij spreekt goed Engels en heeft denk ik wel een uur of 2 gespendeerd aan het spelen van Candy Crush. Ik denk ook omdat hij gewoon niks beters te doen heeft. Bznu, of hoe je het ook schrijft, is een jongen van 32 die niet lang geleden, volgens mij tijdens de monsoon, van het dak is gegleden en nu veroordeeld is tot de rolstoel. Hij is sinds 3  weken in het centrum. Hiervoor werkte hij in de security. Nu zou hij iets met zijn handen willen gaan doen. Hoewel hij nog maar kort in de rolstoel zit, is zijn uitstraling en spirit echt bewonderenswaardig. Hij leek alleen maar vooruit te kijken. Ergens in de verte zien we een jongen gaan die bij de politie zat, de Mao politie, en door een kogel verlamd is geraakt. Een man kan alleen nog op zijn handen en knieën lopen, er zitten grote bulten op zijn knieën, handen en voeten. Ik gun de man een paar kniebeschermers. Hij zit de hele tijd op de grond. De vrouw met de konijneslippers van de week ervoor is er ook, en zou houdt een tijdje mijn hand vast. Ze lacht heel verlegen. Ze ruikt nog steeds niet lekker. Ik gun het centrum een wasmachine. En meer dan 1x in de week douchen. Want dat doen ze alleen op zaterdag. Lakshun, een jongen van 17, maakt een praatje. Ik durf hem nog niet te vragen wat hij na zijn school wil gaan doen, of hij verder wil leren en voor wat. Een man met dwerggroei, waarbij zijn ledematen rond groeien, komt aangerold. Hij heeft een happy face, vrolijke man. Hij moet ergens in de dertig zijn, maar ik zit er wel vaker naast, en gaat inmiddels naar de school op het terrein. Hij is de een na beste van zijn klas, weet hij te melden. Hij zit in year 9, wat bij ons ongeveer de derde klas middelbare school zou moeten zijn. Na year 12, het laatste jaar, zou hij graag verder studeren, maar hij is niet mobiel genoeg, zijn armen verhinderen hem zijn rolstoel helemaal naar college te krijgen. Hij zou graag support ontvangen. Vraagt hij nu gelijk om geld? Ja, waarom ook eigenlijk niet, niet geschoten is altijd mis, toch? Ik pel voor Dolka nog een paar pinda's en dan gaan Anne en ik er weer vandoor, niet wetend wanneer we precies terug komen. Dat voelt wel raar. We hebben een paar uurtjes in het centrum gehangen, pakken onze spullen en laten de mensen weer achter ons. Het was triest om de mensen daar te zien. Sommigen lagen alleen maar op hun buik op een bed en verplaatsten zichzelf met de rolstoelwielem die aan het bed zaten. De geestelijk gehandicapten zaten onder de vliegen en leken maar op weinig te reageren. Er zaten sowieso veel vliegen in het centrum, het is dan ook alweer een paar dagen geleden dat de mensen zijn gewassen, en ik kan me zo voorstellen dat niet iedereen zichzelf schoon weet te houden tijdens de rest van de week. Dat geldt overigens vooral voor de geestelijk minder capabele mensen en de oudere mensen in het centrum. 

Ik ga eerst nog naar het Internet café voordat ik naar huis ga. Onderweg naar huis hoor ik achter mij rennende voetstappen. Naast me duikt een meisje op in een donkerpaars schooluniform, een muts en twee staartjes. Ze kijkt niet naar me, loopt alleen naast me. Ik probeer of ze echt naast mij is gaan lopen, of dat het toeval is, door wat langzamer te gaan lopen. Het meisje houdt, zonder naar me te kijken, ook haar pas in. Ze loopt dus echt expres naast me. Grappig. Ze kijkt en zegt nog steeds niks. Rustig lopen we verder, ik kijk wel af en toe naar haar. Na een tijdje kijkt ze dan toch naar me op, en een brede lach breekt door op haar gezicht. Hi, zeg ik. Hi, zegt ze. Are we walking together? vraag ik haar. Maar ze snapt het niet. Do you speak English? Ze maakt een beweging waar ik uit op maak dat ze me niet snapt. Ik vraag naar haar naam. Die wist ze me wel te vertellen. Het is een ingewikkelde Nepaleze naam, en ik kan er niks van maken. Dan komen we bij haar poort aan, ze kijkt nog een keer naar me op, lacht breeduit, zwaait en zegt bye, bye! Ik doe hetzelfde. En dan loop ik vrolijk door naar huis.

Op woensdagochtend hebben we de nursery klas een soort van gymles gegeven. Met hulp van Bandana om de kinderen netjes achter elkaar in een rij te krijgen en ons de namen te leren, hebben we ze laten zigzaggen om pionnen om daarna een bal door een plastic basket te gooien. Het was best hilarisch dat de kinderen bijna allemaal telkens vooraan in de rij weer aansloten, dat sommigen zoveel bezig waren met naar ons kijken, dat ze totaal niet doorhadden dat ze moesten zigzaggen, ook na keer 15 nog niet, dat sommigen het in 1x doorhadden en dat weer anderen het na 3x oefenen snapten. Die laatste paar kinderen, hebben we dus een ietsie pietsie echt iets geleerd. En we hebben een gelukte les gedaan, dat was ook echt super. Na de lunch haalde Anne de helft van de UKG klas op naar onze volunteer ruimte. Tijd voor arts and crafts. De kinderen hadden grote ogen van de klok en de rondjes die we op de muur hebben gemaakt. De rondjes zijn nog niet af, dat moeten nog smiley's met verschillende gezichtsuitdrukkingen worden. Met de kids hebben we krokodillen gemaakt. Met 7 kinderen en 3 scharen is dat een uitdaging, maar het ging best goed, en na een half uur had iedereen een goed gelukte krokodil met gekke kleuren in zijn of haar handen. Tijd om te wisselen, het andere deel van de klas. Twee gelukte lessen vandaag. Super. Het is tijd voor SUKG gym, maar die zijn boven liedjes aan het zingen. We besluiten dat te laten voor wat het is en gaan naar beneden om de blokken op de muur te bevrijden van het afplakband. Het resultaat is best mooi en ik ben daadwerkelijk best trots. We gaan de deur uit om meer afplakband te lopen. Ik verwachtte dat wel bij een verfwinkel te kunnen kopen, maar niets blijkt minder waar. Daarvoor worden we naar de stationery gestuurd, de kantoorboekhandel, of iets wat daar bij in de buurt komt althans. En zowaar, daar hebben ze afplakband. Dan is het tijd voor tiffin. Heerlijk, fried rice deze keer!! Geen witte rijst, thank god. Nadat ik mijn thee op heb, gaan we naar de volunteer room. We wachten of er nog iemand voor de Engelse les komt. Vandaag niemand. We kijken nog een keer naar het rooster dat ik heb gemaakt, en overwegen wat we het beste kunnen doen: wel of niet aanpassen op het development centre? Ik bedenk me dat ik in 1 van mijn valkuilen aan het trappen ben: ik wil altijd te veel doen, ik wil alles doen, en het liefst ook goed. Ik heb nog 2,5 week en ik wilde graag een rooster opzetten, dat komende vrijwilligers kunnen doorzetten en verbeteren, zodat de vrijwilligerslessen los van het normale lesrooster komen te staan. Daar is bijgekomen dat we de docenten graag wat beter Engels willen leren en een aantal muren in vrolijke kleuren willen schilderen. Als we dan ook 2 middagen in de week aan het development centre gaan besteden, dan gaat er iets in het water vallen. Eerder op de dag vroegen we Chooda wat hij het liefste wil dat we doen, maar daar wil hij niks over zeggen, wij moeten doen wat wij willen, hij wil ons niks opleggen. Snap ik, maar daar hebben we niet zo veel aan. Aan zijn gezicht lijkt enigszins af te lezen dat hij ons liever op de school heeft. We besluiten dus niet meer naar het development centre te gaan, hoe graag ik ook daar mijn bijdrage zou willen leveren. Ik vind het vervelend dat we daar nu überhaupt zijn geweest en verwachtingen hebben gewekt. Ik kan ze alleen niet waarmaken. 

Thuis ga ik een tijdje op het dakterras in de zon zitten, Anne en Elly sluiten zich aan, totdat zij naar het Internet café gaan. Ik heb lekker even het dak voor mezelf en is er even niemand in de buurt. Heerlijk rustig. Dat mis ik wel, dat er niemand anders in de buurt is. We zitten constant op elkaars lip hier. Ik lees een paar hoofdstukken, totdat de zon onder gaat. Beneden brengt Madav thee, hij vraagt naar de kerstboom, wat we ermee gaan doen. Niks, zeg ik, het was een kadootje voor Anne. Dhana loopt er naar toe en checkt de glitterballen. Yeah, just decoration, zegt ze lachend. Ah, vandaar dat Shaswot eerder dacht dat het chocola was dat er in de boom hing. :) Ik vraag van welke kaste zij eigenlijk zijn. Brahmaan, zegt Madav, en Dhana ook. Anders hadden zij niet kunnen trouwen. In tegenstelling tot de jongen uit Nagarkot, blijkt mijn gastgezin toch iets tradioneler. Ik vraag of Shaswot buiten zijn kaste zou mogen trouwen. Liever niet, maar tegen die tijd kunnen we het hem niet verbieden, geeft Madav aan, we gaan ons best doen om hem zo op te voeden dat hij niet buiten zijn kaste wil trouwen. Een Europeze vrouw, dat zou wel okee zijn trouwens :). Ik wil weten hoe zij met andere kasten omgaan, en vraag of zij iemand uit de kaste van de onaanraakbaren wel thuis uit zouden nodigen. Want dat is zeg maar de hoogste vs de laagste kaste. En daar zijn ze heel stellig in: yes, absolutely, we don't discriminate, everybody is equal. Only don't marry outside your caste! Ook weer duidelijk. 

Madav vraagt naar onze weekendplannen en of we vrijdagavond weg zijn. Want dan is zijn verjaardag en als wij naar Thamel oid gaan, dan zorgt hij dat hij 's middags al wat heeft om het te vieren. Zo lief. Ik beloof dat we vrijdagavond thuis zijn, dus dat hij het gewoon 's avonds kan vieren. Ik ben benieuwd. Nu nog een kadootje vinden. Wat geef je een man van 34, in Nepal, waarbij we kunnen kiezen uit de winkels hier in de buurt? Dat maakt het erg moeilijk.....

Donderdag hebben we eigenlijk de hele dag weer geschilderd. Het zou fijn zijn als we voor het weekend een heel eind komen. De smiley's zijn af, we hebben weer een heel rijtje blokken op de muur gezet. Ik zou het ze gunnen als het dak boven de binnenspeelruimte de regentijd aan zou kunnen zonder te lekken, want het is te verwachten dat dat wat we nu schilderen, volgend jaar alweer beschadigd is door het regenwater. Ik zou niet weten hoe we dat voor elkaar kunnen krijgen. Ik gun ze ook van die rubber tegels voor op de speelplaats beneden, zodat ze die vaker kunnen gebruiken. Nu is het er erg stoffig, dus niet heel fijn om op te spelen, en ook niet heel gezond. (Nou ja, eigenlijk is heel Kathmandu niet erg gezond, maar je merkt er, zodra je van de straten af bent, veel minder van.) Ik zou niet weten of ze van die tegels hebben in Kathmandu, en waar ik ze dan vandaan moet halen. Misschien helpt het al om gewone tegels neer te leggen?

Toen ik naar huis liep, bedacht ik me dat ik me aardig thuis begin te voelen in de wijk, alsof ik er onderdeel van ben geworden. Ik vind het heerlijk om langs de winkeltjes te lopen, naar binnen te kijken. Het vlees dat open en bloot wordt verkocht, vind ik al bijna normaal geworden. Ik stoor me niet meer aan de ongelijke stoepen, als ze er al zijn, ik zie de rommel op straat al bijna niet meer liggen, het is onderdeel geworden van het normale. Ja, ik voel me hier eigenlijk wel thuis. Hierdoor moest ik terugdenken an wat Chooda eerder deze week over de buurt vertelde. Het is de armste wijk van Kathmandu, geen sloppenwijk, maar wel een wijk waar alleen arbeiders wonen. Het paadje waar we overheen lopen vanaf de school naar de main street, was niet lang geleden niet betegeld en daardoor behoorlijk vies. Chooda heeft gezorgd dat de mensen geld bij elkaar legden, zodat het betegeld kon worden. De gehandicapten uit te centrum ruimen zo nu en dan het vuil langs de straat op, maar het blijft terugkomen. De mensen weten blijkbaar niet, dat je dat beter niet kunt doen. En dat het ook niet een heel goed idee is om op straat je vuil te verbranden. Want dat gebeurt hier regelmatig. Hier en daar branden kleine vuurtjes en zie je rookpluimen opstijgen. 

Tijdens een break na de lunch heb ik een heel gesprek gehad met Jack, een jongen met iets aan zijn oog en de enige op school die een bril draagt. Zijn ooglid hangt half dicht en zijn oog lijkt een beetje weg te draaien. Hij heet eigenlijk Progen, als ik het goed heb, maar hij heeft ook een Engelse naam, zijn Power Ranger naam. Ik noem hem Jack Sparrow, maar ik geloof niet dat hij de Pirates kent. Hij vertelde dat zijn vader officer is, en dat ze een Amerikaans huis hebben, een Nederlands huis en een huis in Narayantar, Jorpati, de wijk waar wij wonen. Zijn moeder is nu in Amerika. Hij heeft twee moeders, ook moeder Ine. Ik denk dat zij de mevrouw van de stichting is die de school financiert. Ik geloof geen bal van zijn verhaal, alleen het gedeelte van moeder Ine, officer vader en huis in deze wijk, maar het was leuk een gesprek in het Engels met hem te kunnen voeren. Tussendoor springt er af en toe een kind tussen dat papagaaitje leef je nog wil doen. 

Na tiffin springt Jack weer gelijk op me af. Op het dakterras staan alle kinderen tegen de muur, want ze krijgen nog een mandarijn, wat ze hier orange noemen. Hij wil eigenlijk, net als eerder op de dag, mijn hand niet loslaten. Ik krijg hem toch zo ver, en ga bij Kalsika staan, het meisje dat nooit lacht, de dochter van Cchabi, die bij de receptie werkt. Ik vraag, how are you, en ze zegt I am fine terug. Ik blijf naast haar staan en aai over haar schouder. Tegelijkertijd probeer ik Jack los te krijgen van mijn andere hand. Op een gegeven moment draait ze zich een stukje naar me toe en gaat tegen me aan leunen, afwisselend achter ons en voor ons kijkend. Ik vind het lief, ze accepteert me dus wel, dat heb ik me eerder nog wel eens afgevraagd. We blijven zo een tijdje staan, nog steeds proberend Jack van mijn hand te houden. Manish komt aanlopen en maakt duidelijk, praten kan hij volgens mij niet echt, dat hij zijn handschoenen aan wil. Omdat hij een beetje gehandicapt is, gaat dat niet heel makkelijk, maar het lukt me wel. Kalsika pakt mijn arm vast, ik mag haar eigenlijk niet loslaten. Jack is weer terug en heeft nu ook het meisje dat anderen wegduwt om de volle aandacht te krijgen meegenomen. Okay, great, dat wordt lastig. Zij is best vervelend, en gunt het anderen niet om de aandacht te krijgen. Zij speelt altijd met mijn haar. Maar nu even niet. Ze wil papagaaitje doen, maar ik speel met Kalsika vandaag. Ik zeg het wel honderd keer, tegen zowel haar als Jack, maar ze blijven aan me hangen. Kalsika is inmiddels weggelopen, dus ik loop haar achterna. We doen papagaaitje leef je nog en bij de poef rent ze weg, en ik er achteraan. Het andere meisje hangt ergens tussen mijn benen, ze wil niet loslaten, dus die sleep ik maar mee. Zo doen we dat nog een tijdje langer, tot ik Kalsika te pakken heb en haar kietel. Ze begint voluit te lachen. Super, ze kan lachen, ze heeft mijn volle aandacht en heeft ook door dat ik de anderen even weg probeer te houden, maar dat me dat niet zo heel goed lukt. Ik ren een paar keer achter haar aan, ze heeft onwijs plezier. In mijn broekzak heb ik altijd een pakje zakdoekjes zitten en die zitten voor de kinderen op ooghoogte, dus ze vindt het pakje. Ik geef haar een zakdoekje. Ze is er blij mee. Het hangmeisje ziet dat en wil er ook 1, nou vooruit, jij ook een zakdoekje. We staan nog even, Kalsika kijkt nog een keer naar het pakje, waar nog 1 zakdoekje inzit. Ik vraag of ze die ook wil, en ja, dat wil ze graag. Dus ik geef het. Het hangmeisje ziet het en trekt het plastic pakje uit mijn handen. Andere kinderen zien het nu ook, en allemaal willen ze een zakdoekje, ik zie 5 handen omhooggehouden worden en zeurende gezichten: Kalsika heeft er 2, ik wil ook...... Ze zetten hun zieligste gezichten op. Zeggen dat ik niks meer heb en mijn lege zakken laten zien, heeft geen zin, de handjes blijven in de lucht. Vermoeiend.... Het zijn maar zakdoekjes..... Ze gunnen elkaar blijkbaar niks. Kalsika wil er bijna 1 weggeven. Ik zeg, nee hoor, deze zijn voor jou. Dan glimlacht ze weer een beetje. Na een tijdje wordt het voor mij tijd om naar beneden te gaan. Ik zeg doei en tot morgen. Ze glimlacht en zegt bye, bye. Ze heeft zich een kwartiertje speciaal gevoeld. Dat is me heel veel waard. 

Vrijdag hebben we weer gachilderd, de ruimte begint steeds vrolijker te worden. Rajan heeft een tijdje met ons zitten praten. Hij vertelde dat van ongeveer de helft van de kinderen de ouders 500 roepie, zo'n 4,50, per maand betalen aan de school. Van dat geld worden activiteiten buiten de deur betaald. De rest van de ouders betaalt niets. Vanaf het moment dat ze naar first grade, bij ons groep 3, gaan, is school gratis t/m grade 10, ofwel 4e klas middelbare school. Die kosten worden allemaal door de overheid gedragen. Wil je dan nog door t/m grade 12, dan moeten je ouders, of jijzelf dat zelf betalen. Veel kinderen gaan dan ook na grade 10 van school en dan werken.

Toen we het hadden over de normale gezinsgrootte in Nepal, welke verschilt tussen de stedelijke gebieden en het platteland, vertelde Rajan over het gebied Dolpa. Daar is het normaal dat alle broers uit 1 gezin met dezelfde vrouw zijn getrouwd. Ik was echt flabbergasted! Alle broers. MET DEZELFDE VROUW! Er kunnen dus 5 broers, met 1 vrouw getrouwd zijn. Ook al is de jongste 12 jaar. En als haar schoonouders er nog 1 krijgen, dan wordt hij automatisch ook haar man. Zij zorgt dan voor hem, en moet hem ook gehoorzamen. Dat is echt geschift. En als 1 van de broers een vrouw vindt waar hij ook mee wil trouwen, dan moeten alle andere broers het ermee eens zijn, want ze trouwen dan allemaal met haar. Dat is echt weird. En meestal liggen ze ook allemaal op 1 kamer, of zelfs in hetzelfde bed. Dat is echt weird. In Dolpa verbouwen ze normaal gesproken genoeg voedsel voor 6 maanden per jaar, de overige maanden wordt het voedsel gekocht met geld verdiend uit handel. Dus meestal is minimaal 1 man wel op pad een paar maanden om geld te verdienen. Dat scheelt er dan weer 1. Amazing. 

Voordat ik wegga, wil ik de school in ieder geval stukken zeep, nieuwe handdoeken en nieuwe sopdoeken geven. Want daar hebben ze echt een tekort aan, en ik geloof niet dat ze daar echt in willen investeren. De dweilen in de toiletten, zijn niet meer dan aan elkaar hangende draden, met behoorlijke tussenruimte. Daarnaast zou ik nog wat verf willen achterlaten voor Dipak, zodat hij sommige muren in zijn vrije uurtjes weer een fris kleurtje  kan geven. En dan als iets groter project zou ik de school willen helpen aan of een betere ondergrond voor de speelplaats, of een waterdichte coating voor de muur in de benedenspeelplaats. De waterschade komt namelijk door de modder aan de andere kant van de muur, niet vanaf het dak. Ik weet nog niet wat en ik weet nog niet hoe, dat ga ik deze week proberen uit te vinden. 

Zaterdag ga ik met Anne en Elly naar Bhaktapur.  We zijn om de main entrance van Durban Square heen gelopen en hebben zo het entreegeld van 1500 roepies weten te vermijden. Ik heb mijn eigen kamer, de dames delen een andere. Heerlijk een nachtje alleen. Zij blijven gelijk nog even op de kamer. Ik ga er alleen op uit. Ik struin wat langs de winkeltjes, shop, kijk wat om me heen en maak foto's. Ik was bang dat Bhaktapur hetzelfde zou zijn als Patan en Kathmandu Durban Square, maar Bhaktapur is echt veel leuker! Okee, de tempels ken ik nu wel. Het is alleen leuk om tussen al die Newari gebouwen door te lopen, er zijn veel leuke winkeltjes, het is er gemoedelijk, gezellig, ja veel leuker op de een of andere manier. Dus voor wie ooit nog naar Nepal wil, Patan kun je overslaan, Bhaktapur niet. Na de lunch, lopen we met z'n drieën verder, winkelen nog wat, en drinken koffie bij Himalayan Java, de Starbucks van Nepal. Starbucks hebben ze hier niet, MacDonalds en Burger King overigens ook niet, wat mijn waardering voor het land echt nog hoger maakt. Na de koffie gaan Anne en Elly weer in het hotel hangen, ik loop nog een stukje. Ik komop Potters' Square, waar veel keramieke potten liggen te drogen. In een winkeltje waar de verkoper een gesprek begint, maar niet vraagt of ik iets wil kopen, ga ik naar binnen gegaan. Hij vertelt dat de Newari huizen vroeger van klei werden gemaakt, maar tegenwoordig gewoon van baksteen. Ik ben een beetje afgeleid, omdat ik een foto probeer te maken van een jongetje dat met een basketbal in zijn hand en een Nepaleze bezem in zijn andere het plein aan het vegen is. Maar het is een aardige vent, dus ik naar binnen. Ze hebben hele mooie geglazuurde schaaltjes, mokken, kopjes, theepotten en van alles. De schalen die ik wilde helaas niet in de juiste kleur, maar wel een maatje kleiner, dus ik koop daar een setje van voor 8 euro, kos niks. Ik krijg als bedankje nog twee kleine olifantjes kado. Als er stroom was geweest, had hij me een cursus potten bakken gegeven. Geweldige vent. De schaaltjes waren zo duur, zei hij, omdat het glazuur uit India moest komen. Het was in Nepal niet te krijgen. Ook de juiste materialen niet helaas, want van YouTube heeft hij geleerd hoe hij glazuur moet maken, maar hij kan alleen niet aan de grondstoffen komen. Ik vond het nog steeds niet duur.  

Ik loop rond, maak wat foto's en probeer af en toe stiekum personen op de foto te zetten. Ik klim de tempel op naast het hotel. Het is een prachtig uitzicht op het plein, met op de achtergrond het in nevel gehulde gebergte van de Kathmandu vallei. 

Het was een koude dag zaterdag. 's Avonds zie ik zelfs de eerste regen, nou ja miezer, van deze reis. Eerder deze week is het 's nachts ook al echt een stuk kouder geworden. De Nepali winter is nu echt begonnen. En in slecht geïsoleerde huizen en scholen zonder verwarming, is dat best een koude winter. 

Zondagochtend om half 5 in de ochtend word ik gewekt door iemand die om de haverklap op een bel of iets dergelijks slaat. Aaaaargh! Welke debiel....?!? Zou het prayer time zijn? Wel wat vroeg daarvoor. Bij het gastgezin in het blok klinkt pas om 7 uur elke dag een belletje, wat aangeeft dat het tijd is om te gaan bidden. Ik val weer in slaap, maar rond 6 uur word ik weer wakker van hetzelfde geluid, plus toeterende auto's en motoren. Zelfs zo vroeg laten ze al weten dat ze gaan passeren. Het leven begint hier vroeg.... En debmeneer met de bel is nog steeds bezig. Lijkt wat lang voor prayer time. Ik sta op en kijk uit het raam. Er zijn al veel mensen op straat. De meneer met de bel kan ik niet vinden. Totdat ik door heb dat het hotel naast een tempel staat. Voordat er geofferd wordt, luiden mensen een bel om de goden wakker te maken..... Er wordt al veel geofferd op de vroege morgen en degene die er echt wakker van wordt, dat ben ik. Ik kruip terug in mijn bed, maar kan niet meer slapen. Dat was een kort nachtje. Wel een lekker warm bed. Als we gaan ontbijten, regent het hard. We gaan terug naar Kathmandu en gaan de rest van de dag in Thamel hangen. Bij Himalayan Java is WiFi, groene thee en een chocolate, walnut brownie. Hij is warm en heerlijk, net als de beenwarmers die ik aan heb.

  • 14 December 2014 - 21:13

    Greet En Joop:

    Hoi Laura, Weer een pratig verslag. Leuk om hun cultuur te leren kennen. Hun cultuur begrijpen is weer wat anders, toch? Als je het offeren van dieren wilt zien, kun je naar Dakshinkali gaan op donderdag morgen. Kan met een taxi. We zien uit naar je volgende blog. Veel plezier.
    Groetjes,
    Greet en Joop

  • 18 December 2014 - 14:47

    Anke:

    Hey Wandelstok ;-)! Lekker bezig! had wat leesachterstand (wat ook niet zo gek is gezien de lappen tekst die je produceert...) maar wat een mooie verhalen! Geniet van je laastte weken hier, wat gaat het allemaal snel!

    Liefs uit overvol Haarlem!

    A

  • 18 December 2014 - 19:23

    Henk Scheeper:

    Wat een wereld! Zouden zij ook zo verbaasd zijn over onze leefgewoonten als wij over de hunne ...

  • 18 December 2014 - 19:23

    Henk Scheeper:

    Wat een wereld! Zouden zij ook zo verbaasd zijn over onze leefgewoonten als wij over de hunne ...

  • 21 December 2014 - 13:06

    Laura:

    Ha Henk!!

    Wat leuk dat je alles leest!! Ze zijn zeker net zo verbaasd als wij, als ik ze af en toe vertel wat er in Nederland normaal is, haha!!

  • 21 December 2014 - 13:09

    Laura:

    Ha oom en tante :)

    Begrijpen is inderdaad andere koek. Om dat geheel te kunnen moet ik hier nog wel wat tijd door gaan brengen denk ik!! Dakshinkali ben ik gister geweest!! Heb ik net over geblogd, veel leesplezier :)

  • 21 December 2014 - 13:11

    Laura:

    Ha Anke!!

    Ja, sorry voor het vele leesvoer, ik wil gewoon alles vertellen :) Leuk dat je het allemaal blijft lezen!! Nog 1 weekje en dan moet je een andere bezigheid gaan zoeken ;)

    Xx

  • 26 December 2014 - 18:03

    Nico En Liesbeth:

    Hoi Laura, jouw verhalen ontroeren mij soms. Geweldig zoals jij je belevenissen beschrijft. Groetjes Nico Liesbeth

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Laura

Actief sinds 08 Nov. 2014
Verslag gelezen: 268
Totaal aantal bezoekers 6578

Voorgaande reizen:

16 November 2014 - 28 December 2014

Nepal

Landen bezocht: