Een springend aapje, geen school en Pokhara - Reisverslag uit Pokhara, Nepal van Laura Hulsbosch - WaarBenJij.nu Een springend aapje, geen school en Pokhara - Reisverslag uit Pokhara, Nepal van Laura Hulsbosch - WaarBenJij.nu

Een springend aapje, geen school en Pokhara

Blijf op de hoogte en volg Laura

29 November 2014 | Nepal, Pokhara

Op zondagochtend, nadat ik mijn vorige blog heb gepost, heb ik geprobeerd Rani Pokhari te vinden, een oude wasplaats, maar het was zo druk al op straat, dat ik dat al snel heb opgegeven. De straat vanaf Asan Tol, via Indrachowk, naar Durban Square, de oude handelsroute tussen India en Tibet, en daarmee de enige straat in Kathmandu die schuin loopt, was overvol met winkeltjes, motoren en mensen. Verschillende mensen kwamen naast me lopen: hello, where are you from? Ik maak al gauw duidelijk dat ik niks wil kopen.  Een wat smoezelig uitziende man loopt naast me en praat heel zachtjes tegen me. Ik vraag of we al bij de Annapurna tempel zijn, nee die is verderop. Oké, dank je wel en ik loop verder. De man naast me ook. Bij een pleintje blijf ik staan en loop een rondje om het plein, overal naar binnen kijkend. De man lijkt verdwenen. Maar hij heeft op me gewacht, want even verderop wijst hij naar een tempel in een steeg en begint uit te leggen welke tempel dat is. Het is duidelijk dat hij wat geld probeert te verdienen. Ik heb geen behoefte aan uitleg, wil alleen de mensenmassa, de kleuren en geuren op me in laten werken. Ik wil alle gekke winkeltjes, uitgedoste mensen, bijzondere verschijningen en de hardwerkende onaanraakbaren op in laten werken. Dus ik zeg, okay thank you, now I go that way, okay, thank you, bye! Erg effectief. Op Indrachowk worden vanaf de voet van 2 tempels stoffen en sjaals verkocht. Er staat een riksja vol met karton. Een vrouw zit naast een kleine offerplaats. Politie hangt aan de zijkant. Alles toetert door elkaar. Een man probeert me een tikka te geven. Ik kan nog net op tijd wegduiken. 

Van Durban Square loop ik een straat in, op weg naar Maru Tol, op zoek naar historische herbergen. Ik was ervan overtuigd dat ik de juiste straat in ging. Het plein met de herbergen heb ik echter niet gevonden. Het kruispunt dat ik daarna tegen moest komen ook niet. Op goed geluk ben ik maar een richting in geslagen. Aan verschillende mensen vroeg ik of ze op mijn kaart konden aanwijzen waar we stonden. Ik ben erachter dat de mensen in Nepal nooit hebben leren kaart lezen. Voor de vorm kijken ze er een tijdje naar, wijzen met hun vinger precies waar ik wees dat we ongeveer moesten zijn, en zeggen, I don't know, sorry! Bij een winkeltje waar ik twee mondkapjes heb gekocht, want mijn god wat is het hier stoffig, konden ze me vertellen in de richting van welke brug ik aan het lopen was. Ik ging de goede kant op, alleen niet op de weg die ik wilde. Onderweg zag ik een vrouw haar haar wassen boven een emmer. Kippen liepen in het rond. Vlees van een waarschijnlijk pas geslachte buffel lag op een kleedje tegen een muur. Eromheen lagen botten. Aan de brug over de rivier hing was te drogen. De kinderen riepen, hello, what is your name? Een jongetje kwam op me afrennen en riep chocolate, biscuits, terwijl hij in mijn plastic tas probeerde te kijken. Het was een heel arme wijk. Ik voelde me niet onveilig, maar ook niet prettig, omdat duidelijk was dat ik rijk was voor hun. Ik voelde me bezwaard om met mijn volle rugtas, een plastic tas en camera in de ene hand en de lonely planet in de andere door hun wijk te wandelen. Aan de andere kant van de rivier was een stoep en iets betere huizen. Dat voelde al iets beter. Ik sloeg de weg in naar de Swayambhu tempel, een boeddhistische tempel. Een man droeg een kast op zijn rug. Onderweg vroeg een Engelsman mij of ik ook op weg was naar de tempel en of dit dan de goede weg was. I can only hope, zei ik, anders moest ik weer een heel eind terug lopen, over een lange en stoffige weg. We hebben wat geouwehoerd, en toen ik bij de tempel aangekomen zag hoever ik nog naar boven moest klimmen via de trappen, heb ik eerst 2 banaantjes gekocht. De Engelsman ging vast naar boven. Na mijn eerste banaan spotte ik de eerste aapjes. Snel verborg ik de bananen achter een muurtje en wachtte met het opeten van de tweede tot ze een beetje uit de buurt waren. Een van de aapjes had al 2 bananen van de verkoper te pakken gekregen. Er stonden overigens 3 fruit verkopers naast elkaar, in een soort van hoekje. Het lijkt mij dat de eerste het meest verkoopt, de logica van die opstelling ontging me dan ook even. Ze stonden klaar met stokken en kranten om de aapjes op afstand te houden. 

Vervolgens begon ik mijn klim naar boven. Een man met een stok met daaraan twee grote zakken op zijn nek liep naar beneden. 4 vrouwen droegen manden met stenen erin aan hoofd hangend naar beneden. Op een bankje nam ik een slok water en op het bankje naast mij kwamen 2 hindoe vrouwen zitten, 1 met een behoorlijke neuspiercing. Ik vroeg of ik een foto mocht maken, en zei dat ik haar neuspiercing mooi vond. Ze werd helemaal verlegen en deed snel de doek van haar hoofd en streek haar haar glad. 

Hijgend en zwetend kwam ik boven, en de beloning was het waard. De stoepa was prachtig, de uitzichten geweldig. Een paar monniken liepen rondjes om de stoepa of zaten op een stoel onder een parasol een mensen te bekijken. Hindoes baden voor een beeld van Boeddha. Achter de stoepa stond een hindoeïstische offerplek. Onder een afdak waren vrouwen aan het offeren. Alle beelden werden schoongemaakt, anderen geschilderd. Het barstte er van de souvenirwinkels. Ergens achter mij hoor ik opeens een schel gegil. Twee apen hebben ruzie. Binnen no time stroomt het vol met apen, die soms gillend op elkaar afspringen. Het zijn mij er iets te veel. Een van de aapjes heeft mijn plastic tas gespot, springt er op af en landt op mijn been. Van schrik laat ik de tas vallen, de aap springt weg en zit even aan de tas. Springt dan achteruit en zit me even aan te kijken. Ik pak de tas en schiet snel weg. Dat was wel schrikken. Elke aap vond ik vanaf dan teveel. Ik probeerde zoveel mogelijk op afstand te blijven. Maar er waren er echt heel veel.... Nu snapte ik de bijnaam Monkey Temple. 

Omdat Madav een taxi voor me had gestuurd, ging ik langzaam weer naar beneden. Toen ik het meest stijle stuk van de trap had gehad, hoorde ik weer het schelle gegil. O nee, de troep apen had ook besloten naar beneden te gaan! Heel langzaam ben ik verder afgedaald, alle apen nauwlettend in de gaten houdend. En ze bleven maar komen. Wat was ik blij dat ik een half uur later in de taxi zat. Zelfs al reden we over de slechtste wegen die ik dan toe had gezien. Dat die auto's nog heel zijn, is echt ongelofelijk. Je had er eigenlijk een jeep voor moeten hebben. 

Op maandag was het weer tijd voor school. Kijkend naar mijn rooster bedacht ik dat ik me die dag nuttiger kon maken. Ik ben naar boven gelopen, naar de kamer waar ze allerlei boeken, kleurpotloden, speelgoed en weet ik niet wat bewaren. Ik ben alle boeken uit de kast gaan trekken en ze organiseren, welke kunnen we waar voor gebruiken? Toen Rajan, de administratieve kracht achter de school, binnen kwam lopen, heb ik het er met hem over gehad dat de inzet zoals zij op het rooster hebben gezet voor beide partijen niet veel uithaalt. Rajan zag dat wel, maar wist eigenlijk niet hoe hij het anders zou moeten doen. Ik vroeg om een aparte volunteerruimte ruimte en stelde voor om een volunteer rooster op te gaan stellen, waarbij we alle klassen verschillende lessen geven. En dat deze dan door opvolgende volunteers voortgezet kan worden. Dus ik moet een boek aan gaan schaffen waar we notities over wat de kinderen hebben geleerd kunnen bijhouden voor de volgenden. Wat er ook op het curriculum komt: English for teachers. Van de leerkrachten wordt verwacht dat ze de kinderen wat Engels leren, maar hun Engels is allemaal bijzonder slecht. Rajan spreekt daar nog het beste Engels, maar hij geeft geen les. 

Om mij toch ook nog een beetje aan het rooster te houden die dag, ging ik na de lunch naar de senior upper kinder garten. Paper cutting and pasting stond er op het programma. Dus ik had bedacht dat ze een kroon voor zichzelf moesten knippen, plakken en versieren. Toen ik binnenkwam was Radhika echter met Engels bezig. Bijzondere manier van lesgeven. Zij schreef vragen op het bord, dus ik dacht, dan moeten de kinderen het juiste antwoord in hun schriftjes schrijven. Maar niks was minder waar, ze schreef zelf het antwoord onder de vraag en de kinderen moesten beiden overschrijven. De antwoorden haalde ze uit één werkboeken van de kinderen. De vragen bedacht ze er zelf bij. Bij het antwoord the olympics are held every four years wist ze alleen de vraag niet te formuleren, dus daar heb ik kunnen helpen. Verder heb ik het computerhuiswerk nagekeken. De kinderen leren van een plaatje wat de CPU, monitor, floppy drive en eject button is. En nog veel meer dingen die mij voor een computerles echt niet nuttig lijken. A mouse can have different shapes. Toen ik daar mee klaar was, ben ik maar weer de boekenkast gaan organiseren. Ik heb alles gelabeld en het is nu overzichtelijk geworden. Ik heb een rooster gemaakt voor de kinderen om lessen bij ons te gaan volgen. Rajan zag wel wat in dat rooster, hij gaat het met de leraren overleggen. Mijn dag ben ik geëindigd bij de senior upper kinder garten, met een spelletje galgje. De eerste 3 minuten zaten ze netjes op hun bankje, na nog eens 3 minuten zei Radhika, ik denk, dat ze netjes moesten blijven zitten. Na 2 minuten was het een chaos. Niemand deed er iets aan. Mij lukte het niet. Kinderen klommen over hun banken, verdrongen zich voor het bord, duwden elkaar weg, sommigen gingen zelfs vechten, om maar een letter te noemen. Ze schreeuwden allemaal om het hardst een letter. Dus dat is al niet te verstaan, en dan moet ik ook nog goed luisteren, want ze leren het alfabet Nepali style, waarbij de l bijvoorbeeld uitgesproken wordt als jel, de m als jem, en de e en a enorm op elkaar lijken. Maar als ze het woord hebben geraden, dan juichen ze allemaal! Mijn laatste woord was silence, maar voor dat we dat af konden maken, kwam Radhika de kinderen halen. Schooltijd was over, oefeningen worden niet afgemaakt. 

Dingen die ik jullie wil vertellen over de school:
- ze hebben er hurktoiletten
- schoenen gaan uit in school, schoolslippers gaan aan, niemand heeft eigen slippers
- de school heeft totaal 5 verdiepingen:1) nursery en buitenspeelplaats, 2) andere klassen en stafkamer, 3) kantoor van Chuda en Rajan, tv kamer, wat onze volunteerkamer wordt, voorraadkamer, waar alle boeken zijn, en een kamer met 2 bedden voor Chuda en Rajan, ze zouden moe worden, 4) keuken en eetplaats, 5) speelplaats aka dakterras. 
- blijkbaar is nog niemand op het idee gekomen om de kinderen na lunch en snack in 2 groepen de verdelen en zo allebei de speelplaatsen te gebruiken. 60 kinderen is echt te veel op dat kleine dakterras, ze rennen door elkaar, tegen elkaar en vechten regelmatig. 
- in de keuken, waar de staf eet, is het altijd heel gezellig (als je Nepali spreekt dan), er wordt veel gelachen en gepraat. Maar als Chuda in de buurt komt is iedereen rustig, want anders denkt hij dat er niet voor de kinderen wordt gezorgd.
- de meeste kinderen hebben bruine en verrotte tanden. Er is 1 kindje dat zelfs alleen nog maar driehoekige stompjes over heeft.
- overal hangen slingers en posters, dus de school ziet er heel gezellig uit. 

's Avonds proberen Dhana en Madav Shaswot eten te geven. Tussendoor rent hij steeds mijn kamer binnen. Zijn gezicht en trui worden steeds witter van de rijst. Hij is al een tijdje niet in bad geweest en zijn kleren zijn vies. Madav komt hem telkens uit mijn kamer trekken, daarbij loopt hij elke keer tegen mijn schone was aan. Mijn ondergoed heb ik maar verplaatst, dat vind ik nog wel het smerigst. Mijn handdoek vind ik overigens ook niet zo fijn. 

Mijn keel doet inmiddels niet meer zo'n pijn, ik hoest wel een beetje. Ik ben verder wel behoorlijk verkouden, ik moet elke 5 minuten ongeveer mijn neus snuiten. Komt van het stof, en van al die snotterende kinderen, die nog niet hebben geleerd dat ze hun hand voor hun mond moeten houden met hoesten en niezen. 

Na maandag was er de rest van de week geen school meer vanwege de SAARC summit, een conferentie van alle leiders van de Zuid Aziatische landen in Kathmandu. Omdat de wegen vol zouden zijn, is er geen school in heel Kathmandu. Toch zag ik kinderen in schooluniformen. En die leiders komen echt niet naar een wijkje in het uiterste puntje van Kathmandu, waar iedereen op loopafstand van de school woont, en waar amper auto's kunnen komen. Ik hoorde pas toen ik maandag naar huis ging dat het zeker was dat ik de rest van de week niet hoefde te werken. Daarvoor was het allemaal een beetje vaag, niemand wist het echt. Zal allemaal wel Nepali culture zijn. 

Op dinsdag zijn we allemaal van kamer gewisseld. De nieuwe kamer is echt best wel stoffig, en ze maken hier alleen schoon met een bezempje. Ik lig nu op de kamer met Anne en Elly. Het voordeel is dat de kamer iets groter is dan de vorige en daar stonden ook 3 bedden. Madav heeft wat familie opgetrommeld om intern te verhuizen. Het is de hele dag al een drukte van jewelste. Nepalees klinkt echt niet zo mooi. Het is alsof ze de hele dag tegen elkaar aan het schreeuwen zijn. Wij hebben mochten niet helpen en hebben lekker op het dakterras gehangenen het zonnetje. Ik heb een adelaar gespot. 

's Middags zijn we naar de main street gelopen. Deze is een beetje als de rest van de buurt, stoffig (hoe anders?), veel kleine winkeltjes die allemaal hetzelfde verkopen: zakjes chips, een enkele snicker, wat andere troep. Er is 1 winkel die nog iets wegheeft van een supermarkt. Er zijn verschillende drogisterijen, een winkel die metalen golfplaten verkoopt, verschillende meubelwinkeltjes, kledingwinkeltjes, fruitwinkeltjes, die alleen appels, mandarijnen en bananen verkopen. Verder staan langs de weg mannen met fietsen die ofwel allemaal hetzelfde fruit, ofwel kleding verkopen. De hele fiets is volgeladen met kleding. En andere winkel verkocht geslachte kippen en kippenonderdelen vanaf een houten tafel. Niks afgeschermd. Twee meter verderop stonden kleine kooien met kippen die waarschijnlijk als volgende aan de beurt zijn. 

Op woensdag ben ik met Elly en Anne naar Bouddhanath en de Boudha stoepa gelopen. We hadden heerlijk helemaal geen haast, konden overal kijken waar we wilden. Onderweg vonden we een stekkerdoos. Ideaal, dan kunnen we in ieder geval tegelijkertijd gebruik maken van het enige stopcontact in de kamer. Nog in ons stukje wijk was een vrouw midden op de straat, nou ja, zand en stenen pad, op twee verschillende plekken vuilnis aan het verbranden. Omdat we al om een uur of 10 de deur uit waren, zagen we in de main street verschillende plekken waar vlees werd aangeboden, gewoon op houten tafels in de open lucht, met alle onderdelen er nog aan. Het zag er behoorlijk onsmakelijk uit. Met name de geitenkop, die naast het buffelvlees lag. Aan de rechterkant lagen zijn achterpoten. Wat me opvalt, is dat er voor een wat volgens mij een behoorlijk arme wijk moet zijn, enorm veel winkels zijn. Kilometers lang. 

In Bouddhanath aangekomen hebben we, niet opzettelijk, een zij-ingang naar de stoepa genomen, waardoor we geen entreegeld, ongeveer 2,50 euro, hebben betaald. De straat waar we vandaan kwamen was zoals gewoonlijk hectisch en vies. De omgeving van de stoepa was daarbij vergeleken een oase van rust. Er liepen wat monniken in de typische rode gewaden, vrouwen in Tibetaanse kleren, gewone Nepali en zowaar toeristen. De wijk waar wij 'wonen' ligt echt aan de buitenrand van Kathamandu, zo ook deze stoepa. Hij staat ook niet in de twee gidsen die ik heb meegenomen, inclusief de Lonely Planet. Maar het is de mooiste stoepa die ik tot nu toe heb gezien. Hij hangt vol met gebedsvlaggen, en het is er superrustig. We hebben een half uurtje op de stoepa in het zonnetje gehangen, genietend van de rust. Om de stoepa waren winkeltjes, waar we allemaal van die heerlijke wijde linnenbroeken hebben gekocht. Op een dakterras hebben we lekker geluncht. Daarna zijn we verder gelopen naar de Pashipatu Temple. Dit is 1 van de plekken in Kathmandu waar crematies plaatsvinden. Ik was blij dat ik mondkapjes had gekocht, want ik vind het toch niet zo lekker om de rook van verbrande mens in te ademen. Elly was blij me de tweede die ik had. Ik ga er nog maar een stel aanschaffen, want, hoewel het niet echt lekker adem haalt, het is beter dan de stof. 

De crematieplekken waren kleine hokjes, met brandstapels bovenop, de lichamen lagen in de huisjes. We hebben wat rondgelopen in het complex, en ergens in het midden, met uitzicht op de rook die naar boven steeg, stond een klein barretje met terras (nou ja, tafels en stoelen) waar we wat hebben gedronken. Bij het naar buiten lopen, zagen we dat er een nieuwe brandstapel neer was gelegd. Even verderop stond een ambulance waar vanonder een oranje lakentje (wij zouden het als shawl kunnen gebruiken) twee voeten staken. Daarnaast zaten twee vrouwen te huilen. Achter de ambulance kwam een grote groep treurende vrouwen de hoek om. De grote hoeveelheid toeschouwers, de tourguides die zichzelf aanbieden en de vele bedelaars zou bijna hebben verhuld dat dit eigenlijk een plek van grote droefenis is. Het is ook de plek waar ik tot nu toe de meeste bedelaars heb gezien, en dat vond ik toch wel behoorlijk deprimerend. Stil hebben we het eerste deel van de terugweg afgelegd. 
Tegenover de ingang naar de Boudha stoepa vonden een we goede supermarkt, waar we goede chocola hebben kunnen kopen. Doordat we alles op ons dode gemakje hebben gedaan, hebben we er een dagtrip van kunnen maken. 

Donderdagochtend moet ik vroeg mijn bed uit. Om 6 uur komt de taxi naar het busstation. Hij was er al om kwart voor 6. Opschieten dus. Dan maar een keertje niet mijn tanden poetsen, en geen make up op. Veters in mijn schoenen gepropt en naar buiten. Om 5 voor 6 reden we weg in het pikkedonker.  Het heeft wel iets romantisch, om achter in een brakke taxi, met je rugzak naast je, door de donkere straten van Kathmandu te rijden. Het leven komt dan al langzaam op gang. Een enkele winkel is al open, een man sjouwt een draagstok op zijn schouders mee, een vrouw veegt de goot. Een groepje mensen wacht op de bus. Wat dan net weer iets minder romantisch is, is dat de taxi chauffeur al snel stopt en zijn auto uitstapt. Two minutes, roept hij door het open raam. Vervolgens komt er een andere man op de taxi aflopen. Door het andere open raam vraagt hij: taxi? Yes, no other passengers, antwoord ik. No passengers? No. Driver? Gelukkig komt die net weer aanlopen. Tijdens het wegrijden zegt hij pas wat tegen de man. We zijn weer onderweg. Na een kwartier zijn we op de plaats van bestemming. Althans dat beweert de chauffeur. There are no busses, zeg ik. Nu lijkt hem dat ook op te vallen. Hij stapt uit om het te gaan vragen. We moeten een heel eind terug. Het volgende kwartier besteden we aan vragen en zoeken. Uiteindelijk vinden we het busstation. Ik moest dezelfde bus hebben als op het plaatje. Hier kan ik mijn cursus Nepalees goed gebruiken. Hij weet niet wat blue betekent, ik weet dat het nelo is. Hij weet me bij de juiste bus af te zetten. Omdat hij heeft moeten zoeken, wordt de taxiprijs verhoogd. Ik probeer nog: that is not my fault. Maar het is mij te vroeg om te onderhandelen. Ik heb nog niets eens in een spiegel gekeken. 

Daarna zit ik een half uur buiten voor de bus. Ik koop een fles water, en een croissantje. Op croissantjes is niet af te dingen. Naast mij vraagt een vrouw of ik ook naar Pokhara ga. Ze klinkt Nederlands, maar ziet er niet heel gezellig uit. Ik ga op mijn eerste indruk af en zeg alleen yes. Voor de bus wordt een auto versierd met bloemen voor een bruiloft. Een man zie ik al voor de derde keer voorbijlopen. Hij rochelt elke keer precies voor mijn neus. Zou het toeval zijn? Naast me openen twee winkeltjes. De eerste verkoopt zakken cement. De eigenaar poetst zijn tanden op straat. Beiden steken wierook stokjes aan ter bescherming van hun winkel.

Om 7 uur stappen we in de bus. Er zijn 3 andere passagiers.Na 20 minuten stoppen we ergens langs de weg. Er komt een Nepaleze familie aan boord. Onderweg rijden we langs, voor de SAARC summit, een rijtje militairen met mondkapjes voor en grote mitireilleurs aan hun arm. 

Er is WiFi in de bus. De jongen die kranten en water uitdeelt, begrijpt alleen niet dat ik het wachtwoord wil weten. Onderweg heb ik prachtig uitzicht op de omgeving. Glooiende heuvels, rijstvelden en vele bossen. Tussendoor staan kleine huisjes, stopplekken met een winkeltje en openbaar toilet. De golfplaten daken worden met stenen vastgezet. Sommige huisjes hebben ook golfplaten muren. 

Na anderhalf uur stoppen we voor ontbijt. Er staat een rij voor de toiletten die er niet echt fris uitzien. Ik hoop dat ik wat bananen kan kopen. Maar naast het wat twijfelachtige restaurant zijn er alleen twee winkeltjes waar je zakjes chips kunt kopen. Gelukkig heb ik mijn pak biscuitjes meegenomen. Ik word onderhand behoorlijk moe, ik denk dat ik ga proberen wat te slapen. Als ik tussendoor mijn ogen open doe, zie ik dat het smalle stroompje met de grote rotsblokken een steeds bredere rivier wordt, we passeren een politie checkpoint, we rijden door dorpjes met stenen huizen. Na een uur stoppen we weer voor lunch. Het is dan half 10 's ochtends. Als ik de geuren ruik, heb ik nergens meer trek in. Ik koop een blik Pringles en loop een rondje om foto's te maken. Ik wil weer snel in de bus kruipen, om in slaap te vallen voordat de bus zijn hobbelige weg voortzet. De bus is afgesloten. Ik draai me om en besluit een kop thee te kopen. Ik schuif aan bij de andere vrouwen uit de bus. Als ik mijn thee bijna op heb, bedenk ik me dat ik een potje honing heb meegenomen voor mijn keel. Ik kan nog net wat door de laatste slok mengen, de honing is nog net niet versuikerd. En ik wilde eigenlijk alleen een banaan. Het stalletje voor het restaurant verkocht wel bloemkolen, geen bananen. Als ik weer onderweg af en toe mijn ogen open doe, zie ik dat er langs de weg verschillende plekken bananen worden verkocht. De wolken hangen laag. Ik hoop dat ze in Pokhara helemaal niet hangen. Uit de andere bussen die er stoppen, komen verschillende toeristen tevoorschijn. Zij zien er wel uit alsof ze willen hiken. Ondertussen weet ik nog steeds het WiFi password niet. De jongen van de kranten zegt dat er geen WiFi is. Mijn iPad zegt iets anders. Maar hij spreekt geen Engels. We rijden onder gebedsvlaggen door. Een motorrijder haalt ons in, in een bocht. Gelukkig komt er van de andere kant net even geen vrolijk gekleurde vrachtwagen aan. Verschillende mensen lopen langs de weg. Tussendoor staat een Chinees restaurant. Het ravijn aan mijn rechterhand wordt steeds dieper. Gelukkig rijden ze hier links. Totdat ik me realiseer dat ik zondag dezelfde weg in omgekeerde volgorde rij. Langs de weg lopen meisjes in schooluniformen, hangen jongens die geen doel lijken te hebben, sjouwen vrouwen zware lasten met zich mee op hun ruggen, vastgemaakt aan het hoofd met een band. Verschillende mensen lopen op blote voeten in vodden. Een varken steekt zijn neus boven een muurtje uit. Een jongen rent over een lange hangbrug over de rivier. Ik zie een stukje blauwe lucht. Grote rotsen komen onder de bomen uit en verdwijnen in de rivier. Een bus toetert dat hij ons in wil halen. Ik zie de neus al naast me verschijnen. Plots remt hij weer. Er kwam een vrachtwagen aan. Een minuut later probeert hij het, gelukkig succesvol, weer. Ik betrap onze eigen buschauffeur er ook op regelmatig toeterend aan de verkeerde kant van de weg te rijden. Maar het is licht, dus alles gaat goed. 
Hoe dichter op Pokhara, hoe warmer het wordt. Dat kan ook aan het tijdstip liggen. De mevrouw aan de andere kant van het gangpad zingt ineens onverwacht hard keep breathig, keep keep breathing. Tegelijkertijd deint ze overtuigd mee met de muziek uit haar oordoppen. 

Op de plaats van bestemming komen direct VEEL taxi drivers en hotel marketeers op je af. Ik sla ze allemaal af en loop snel weg in de richting die ik denk dat goed is. Ik vraag aan verschillende mensen lakeside? En ze wijzen me een kant op. Als ik het gevoel krijg totaal verkeerd te lopen, houd ik een taxi aan. Daarin ontmoet ik Julie, een Franstalige uit België. Zij is al 2 weken in Pokhara na Annapurna basecamp te hebben gelopen, en al jaren op wereldreis. 3 minuten later wordt zij afgezet, ze wenst me een mooie tijd in Pokhara. 2 minuten later ben ik ook op de plaats waar ik heen wil. Ik loop naar het hotel dat Elly me heeft aangeraden. Ze hebben nog een kamer voor me. Ik drop mijn spullen en ga op zoek naar lunch. Op een croissantje, een paar biscuitjes en een blik Pringles kan ik niet leven. Het is half 4 als ik een club sandwich en verse jus bestel. Ik heb uitzicht op het meer vanaf het dakterras. Kan niet wachten de rest van Pokhara te ontdekken. 

Ik heb een stukje langs het meer gewandeld, wat een supermooi uitzicht. Echt heel jammer dat de wolken zo laag hangen. Maar zelfs met de wolken is het mooi. Ik ga morgenochtend nog niet Sarangkot proberen, ik denk dat het te bewolkt is daarvoor. Zaterdagochtend wil ik wil naar boven, ik wil het in ieder geval geprobeerd hebben! Na het stukje meer, ben ik terug naar de main street gelopen en heb ik een beetje gewinkeld. Op mijn dooie gemakje ben ik alle winkeltjes afgegaan. Ik heb een tas gekocht bij een mevrouw die kans maakt op de prijs voor entrepeneur van het jaar met haar tassenwinkel. De opbrengsten gaan naar de arme gezinnen in de rural area's van Nepal. Het was een superlieve vrouw, die toegaf soms geen winst te maken omdat ze het zo leuk vindt dat mensen haar tassen willen kopen, dat ze maar akkoord gaat met de onderhandeling die mensen aangaan. Ik heb niet afgedongen. Dan maakt ze weer wat winst goed. :) Als dank mocht ik een klein portemonneetje uitkiezen.

Vrijdagochtend besloot ik te gaan paragliden. Waaaaaah! F*cking spannend! Ik liep een travel agency binnen en vroeg of het die ochtend al mogelijk was. En zowaar. Een paar minuten later stond er iemand met een motor voor de deur. Ik kon achterop stappen. Nu heb ik nog nooit achter op een motor gezeten, EN ben ik al 2 weken toeschouwer van de rijstijl van de Nepalezen, dus dat was al behoorlijk spannend op de vroege ochtend! In Nepal is het overigens heel normal dat alleen de rijder zelf een helm draagt, de bijrijder niet. Ik heb nog niemand het zien doen. Over het hobbelige asfalt, in een kronkelende lijn, legden we de straat af, de hoek om, dan een stuk beter asfalt en dan vlak langs een vrouw de stoep op. Het was maar een klein stukje, maar voelde best lang! Er zijn hier verkeersregels, maar eigenlijk is het meer wie als eerste een kruising over gaat, die heeft voorrang. En daar houden ze zich dan weer wel aan gelukkig. 

Een uurtje later vertrok de auto naar onze startplek. Een paar in de taxi en een paar in de jeep. Ik zat met drie grote kerels (hoewel er kwam er 1 uit Maleisië, die kun je amper groot noemen), op de achterbank, dat was lekker proppen. Voorin zaten 2 andere kerels. Niemand sprak. Dus toen begon ik maar wat chitchat, wat de rest van de aanwezigen gelukkig ook aan het praten kreeg, anders had het een stil ritje geworden. Een van de gliders, Richard de Maleisiër, vertelde me van alles over het gliden, dat hij al 6 jaar in Nepal was, dat het vandaag goede condities waren voor het gliden. Het werd zowaar gezellig. Onderweg zag ik een veld waar jongens cricket aan het spelen waren. Vlak daarnaast lag een buffel van de zon te genieten. We reden via hobbelige en vochtige bergwegen naar boven. Tussendoor kon ik soms nog net de prachtige uitzichten op Pokhara zien. De taxi ging maar tot een bepaald punt, dus we moesten nog wat inschikken in de jeep. De passagiers in de jeep, de gliders bij alle gear in de laadbak. We gingen nog rotsige paden verder omhoog. Het meest verbazend was dat daar nog mensen woonden. Jongens stonden ons al op te wachten. Van sommige gliders tilden zij op slippers de spullen naar boven. Iedereen hielpen ze bij het klaarleggen van de spullen. We moesten nog 5 minuten lopen. Ik kwam buiten adem aan, ik voelde de druk op mijn oren al. Niet veel later ging ik de lucht in met Michael, een Engelsman die elk seizoen in een ander land doorbrengt om te gliden. De eerste paar minuten voelde ik mijn maag nog wel een beetje van de spanning. Maar toen ik doorhad hoe gaaf de uitzichten waren en hoe heerlijk het is om zo door de lucht te zweven, liet ik alle spanning gaan en kon lekker ontspannen. We gingen een stukje door de wolken en toen we daar uit kwamen had ik uitzicht op de berg onder me, de bergen rond Pokhara, het meer en Pokhara zelf. Het een nog mooier dan het ander. Ik zag verschillende rijstterrassen, waar net een week daarvoor de rijst was geoogst. Het was echt bijzonder om ze zo vanuit de hoogte te zien. Pas toen realiseerde ik me hoeveel werk het geweest moet zijn om al die terrassen aan te leggen, en om ze nu te onderhouden. We vlogen over de bomen, die we voor mijn gevoel bijna aan konden raken (de realiteit was anders) en daarna gingen we weer een stukje meer naar boven. Michael spotte een paar roofvogels, die de luchtstroming gebruiken om naar boven te cirkelen. Dat kunnen wij dan dus ook, en omhoog gingen we in cirkels. Op dat moment kreeg ik het kinderliedje dat ik voor de school uit mijn hoofd heb geleerd in mijn hoofd: twinkle twinkle little star, how I wonder what you are, up above the world zo high. Inderdaad up above the world so high! De huizen waren klein, de bomen leken playmobil boompjes en het meer kon ik volledig zien. Door de wolken was het alleen niet mogelijk om het Annapurnagebergte te kunnen bewonderen. Dat was wel jammer. Dat had ik hier echt graag gezien. Toen we gingen afdalen boven het meer om te landen, deed Michael nog even een paar trucjes, waarvan 1 was, heeeeeeel hard rondjes draaien terwijl we naar beneden gaan.... Dat was heftiger dan een achtbaan.... Holy cow, nog een paar rondjes extra en ik was door de krachten niet geheel bij bewustzijn beneden gekomen, wat was dat gaaf!!! Bij het landen kwamen we onder ons een koe tegen. 
Foto's en filmpjes heb ik op een cd meegekregen. Die kan ik dus pas in Nederland gaan bekijken.

's Middags heb ik geluncht met uitzicht op het meer. Het was ondertussen weer wat dichter getrokken en de wolken waren weer wat lager gaan hangen. Dat gaf mooie effecten voor de bergen op de achtergrond. Het uitzicht was erg mooi en heel ontspannend. Na de lunch kon ik twee dingen doen: een roeiboot huren en naar een tempel op een eilandje in het meer varen, of iets creatiefs. Omdat ik al veel tempels heb gezien en roeien toch niet echt mijn ding is, koos ik voor het laatste. Ik ben naar een winkeltje gelopen waar vrouwen handgemaakte producten verkopen voor één van de women development projecten. Hier heb ik mijn eigen tas beschilderd, zo'n linnen tas waar je vroeger je gymspullen inpropte. Voor 3,50 euro heb ik twee uur heel geconcentreerd zitten schilderen. Het was erg ontspannend moet ik zeggen. Verschillende mensen maakten foto's. Nu weet ik ook hoe het voor andere mensen voelt als ik foto's van ze maak terwijl zij gewoon hun dagelijkse ding doen. Maar ik vond het niet erg. 

Op zaterdag besluit ik dat ik zoveel mogelijk gebruik wil maken van niet gemotoriseerd vervoer, en zoek opgewekt naar de mountainbike verhuurder uit mijn reisgids. Al na 2 minuten op de fiets had ik last van mijn kont. Het is natuurlijk een lekker smal en hard zadeltje. En toen rden we gewoon nog op verharde weg. Langzaam begonnen we aan de klim naar boven, naar de World Peace Pagoda, maar eigenlijk is het een stoepa. Het eerste deel was verharde weg, en hoewel ik  het wel wat zwaar vond, ging het best aardig. Mijn tourguide, die niet zo heel duidelijk Engels sprak, en van wie ik de naam gelijk alweer was vergeten, wachtte geduldig elke keer op mij. Hij doet als guide ook 12-daagse mountainbike trekkings door de Annapurna. Dit was voor hem een eitje. Voor mij niet, haha! We hadden wel lol tijdens de breaks om op adem te komen, omdat ik probeerde roofvogels te fotograferen, die best ver weg vlogen. Op een gegeven moment ging de verharde weg over in rotsig zandpad. Sommige stukken vooral zand, sommige stukken vooral rotsen en losliggende stenen. Het gebeurde een paar keer dat mijn voorwiel loskwam en ik af moest stappen. En dan gaat het voor mij als onervaren fietser natuurlijk te stijl omhoog om weer op te kunnen stappen, dus dan moest ik verder lopen totdat het ergens weer een klein beetje vlak was en ik weer op gang kon komen. Ik zweette als een otter. Naarmate we verder boven kwamen, moesten we na elke bocht stoppen om op adem te komen. Ik weet niet hoe lang we erover hebben gedaan om boven te komen.... Ik heb daar gelijk een nieuwe fles water gekocht. Nu kon de klim naar de stoepa gaan beginnen. Want het laatste stuk van de reis bestond uit, best heel erg veel, trappen. Eindelijk boven gekomen, zag ik het gelijk: de fishtail top van de Annapurna! En nog een andere waarvan ik de naam nog moet opzoeken. Mijn eerste blik op de Annapurna!! Zo ontzettend indrukwekkend!! Mijn guide tikt me aan: come, better view there. Dus we lopen verder en trekken onze schoenen uit. Geen schoenen op de stoepa. We klimmen de laatste trappen op naar boven en ik sta oog in oog met een enorm gouden Boeddha beeld. We lopen een rondje en inderdaad, een nog beter zicht op de Annapurna. Er popt nu ook een derde topje achter de wolken vandaan. Hoeraaaaaa! 3 toppen gezien vandaag!!! Awesome. Echt zo mooi en indrukwekkend. Als ik naar beneden kijk zie ik het Phewa meer en kan ik over Pokhara uitkijken. Ik zie de plek waar ik de dag daarvoor ben geland en mijn guide wijst me Sarangkot, waar ik vandaan ben gesprongen. We staan een tijdje stil naar de uitzichten te kijken. Ook hij vind het nog steeds heel mooi. 

Door de enorme inspanning die ik tot dan toe al had geleverd, was de bananenpannenkoek van die morgen wel verdwenen. Om niet al te veel tijd te verdoen, bestelt mijn guide momo's bij een restaurantje bij de stoepa. Ik ga nog even snel naar het hurktoilet en off we go. Nu via een andere weg weer naar beneden. Ook zo lekker stijl, mijn guide lijkt er vandoor te vliegen, ik houd mijn rem strak ingeknepen. Over zand gaat nog wel, over rotsen en hier en daar wat losliggende stenen is echt wat minder. Ik stop ergens om een foto te maken van het uitzicht. Mijn guide vraagt of het gaat, yes, I'm okay, taking picture! En we gaan weer verder. Daar waar alleen zand ligt, durf ik mijn rem een beetje los te laten. Binnen no time zijn we weer beneden. En dan rijden we weer op de openbare weg. Weg rust. Het is een takkestuk om te fietsen met mijn stadsbenen, maar het was wel heel rustig en vredig. En soms heb ik zelfs van de uitzichten onderweg kunnen genieten. 

We rijden verder naar Devi Falls, een mooie waterval, waar je kunt komen als je eerst door een marktje heen loopt. We zetten onze fietsen neer en de guide betaalt de entree. Je gelooft het vast gelijk: weer trappen, aaaaargh!! Ik kan geen trap meer zien!!! De waterval is wel echt heel mooi. In het regenseizoen staat het water veel hoger, dat is goed te zien aan de rotsen aan de zijkant. De guide wijst me op de grot waar het water in verdwijnt. Daar gaan we ook heen, hierna. Bij het lopen naar de uitgang, zie ik allerlei Nepali in rijen staan en lachen. Ik vraag wat daar is. We lopen naar binnen en daar staan, afgeschermd door muurtjes, van die poppen zonder hoofd, waar achter je kunt gaan staan en een foto kunt maken. De kleuren waren vervaagd. Naast elk muurtje stonden een mannenpop en een vrouwenpop. Allerlei stelletjes maakten hier foto's van elkaar en ze hadden de grootste lol. 

We stapten weer op en staken de weg over. Daar verdwenen we in straatjes met marktkraampjes. Lady, please take a look! Nee bedankt, ik ben aan het fietsen :) we parkeerden de fietsen weer, kochten een kaartje en gingen de trap af ( ja nu naar beneden, is straks dus weer naar boven....) de grot was heel warm en vochtig. En uiteraard best donker. Het was er best glad op sommige stukken, dus je moest echt uitkijken. Het eindpunt was wel echt gaaf. Je zag het water van de waterval door een dunne gleuf weer naar binnen lopen. Bij het naar buiten lopen zag ik verschillende torentjes van gestapelde stenen. Ik vond het heel gaaf, het leek de guide niet eerder te zijn opgevallen. Boven gekomen hoorden we gezang, begeleidt door de trommel en de, uhm je weet wel zo'n rond ding, met allemaal klein metalen rondjes erin, waarmee je op je hand slaat en wat dan zo'n rinkelend geluid maakt, nou ja dat dus, ik ben de naam vergeten.... Veel mensen zaten onder een afdakje bij elkaar. Een paar waren aan het dansen. Ik vroeg wat ze vierden. Mijn guide zei wel wat terug, maar het geluid van de muziekmakende mannen en zijn beroerd voor mij te verstane Engelse uitspraak zorgden er voor dat ik er niks van verstond, en maar yeah okay, thank you, zei. Het was inmiddels 10 voor half 2. We hadden er al zeker 3,5 uur op zitten. Tijd om terug te gaan. We zaten nu op de helft van wat de fietsverhuurder vanmorgen had aangegeven van wat we konden fietsen. 

En dan te bedenken dat ik dit ook met de taxi had kunnen doen....

Na een koude douche ben ik naar het meer gelopen om te zien hoe deze eruit zag in het zonlicht. Mooi, erg mooi :) En ik kon nog een puntje van de Annapurna zien vanaf het meer!! Ik ben op een terrasje gaan zitten. Mijn plan om nog naar Sarangkot te gaan, met de taxi dan en alleen het laatste half uur hiken, laat ik zo het meer in glijden. Ik heb geen benen meer over. Als een half uurtje later de zon achter de wolken verdwijnt en ik ook door de wolken de Annapurna niet meer kan zien, ben ik blij dat ik Sarangkot over heb geslagen. Er was waarschijnlijk niet meer te zien dan wolken. Voor een volgende keer. En dan, als ik het goed heb begrepen, in april, dan is het het helderst. 

Vanavond alles weer inpakken, morgenvroeg met de bus terug naar vies Kathmandu. Pokhara was een verademing, zo rustig en mooi. Ik had hier best nog een paar dagen langer willen doorbrengen. 

  • 29 November 2014 - 20:17

    Baukje:

    Wowzers! Wat een lange blog, maar je omschrijft het allemaal heel mooi! Net een spannend boek haha!
    En zo'n ding heet toch een tamboerijn? Nu al zin in je vlg blog!!

  • 29 November 2014 - 20:46

    Roelof:

    Ha Laura, wat ben jij mega actief. Gaaf om dat allemaal te kunnen zien en doen. Leuk om te lezen en de foto's te zien. Grtjs

  • 30 November 2014 - 03:00

    Laura Hulsbosch:

    Waah, thanx Bauk, een tamboerijn!! Daar heb ik dus echt wel een kwartier over nagedacht, haha!!

  • 30 November 2014 - 03:01

    Laura Hulsbosch:

    Dank je Roelof!!

  • 30 November 2014 - 09:10

    Papa En Mama:

    Hoi Laura,

    We kunnen nu pas reageren, want zijn net terug uit Thailand en zagen toen dat je blog had gestart.

    Wat een belevenissen en wat ontzettend goed beschreven.
    We vinden het heel stoer van je dat je je zo actief en ondernemend in het Nepalese leven stort en van alles op je af laat komen. Je maakt heel wat mee zo. Je beschrijvingen laten het onszelf ook bijna meemaken. We zijn best een beetje jaloers, maar ook trots dat je dit doet.

    We kijken uit naar je volgende blog.

    Geniet ven je verblijf daar en doe wel voorzichtig.

    Groetjes,

    Papa en mama XXX

  • 30 November 2014 - 14:51

    Greet & Joop:

    Spannende en mooie verhalen hoor. Een mooie uitleg van een cultuurverschil. Zo te zien pak je alle opportunistisch aan. Leuk hoor. We kijken uit naar je volgende blog.

  • 30 November 2014 - 19:41

    Henny En Wietse:

    Hoi Laura

    Wat een goed geschreven blog wij beleven het helemaal mee, maar wat is het smerig daar .
    Je moet wel wat in je mars hebben om daar mee om te kunnen gaan.
    We hopen dat de Nepalese kinderen en onderwijzers wat van je kunnen leren en willen leren.

    Geniet van de tijd dat je daar bent.

    Groetjes Henny en Wietse


  • 04 December 2014 - 11:42

    Tessa:

    Chick! Wat een avonturen allemaal en paragliden...superstoer!!!
    Krijg door je verhalen zelf helemaal zin om weer naar Azië te gaan (gelukkig mag ik binnenkort weer ;-))
    Enjoy babe! xxx

  • 18 December 2014 - 17:19

    Henk Scheeper:

    Ja inderdaad: tamboerijn. Wat een mooie verhalen en wat een mooie ervaring moet dat zijn. Ik heb je verhaal met terugwerkende kracht) met plezier gelezen. Ga nu verder met het volgende verslag...

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Laura

Actief sinds 08 Nov. 2014
Verslag gelezen: 347
Totaal aantal bezoekers 6582

Voorgaande reizen:

16 November 2014 - 28 December 2014

Nepal

Landen bezocht: